De zangvogeltjes. Deel 5
(ca. 1900)–Franz Abt– Auteursrecht onbekend
[pagina 20]
| |
1. lij - ke daglicht hem eerst heeft be-groet! 't Zij mild door na-
tuur met haar ga - ven be-deeld, Of arm aan de
schoonheid, die el - ders hem streelt!}O plekje, waar 't licht hem het
eerst heeft begroet, Hoe dierbaar zijt gij zijn erkentlijk ge-moed!
2. ten bij spel en bij schuld-loo-ze vreugd: En schoon hem het
he - den met zor - gen ver-vult, 't Ver-le - den is
voor hem in lichtglans ge - huld!}O plekje, waar 't licht hem het
eerst heeft begroet, Hoe dierbaar zijt gij zijn erkentlijk ge-moed!
3. dert zijn pad, vaak van wol - ken niet vrij. Ver-kwikt door de er-
inn - ring aan 't lie - felijkst oord, Gaat hij, waar zijn
plicht roept, ge - moedigd steeds voort}O plekje, waar 't licht hem het
eerst heeft begroet, Hoe dierbaar zijt gij zijn erkentlijk ge-moed!
|
|