De zangvogeltjes. Deel 5(ca. 1900)–Franz Abt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] 3. Opwekking tot zingen. Krachtig en opgewekt. 1. Laat ons lus - tig zin-gen! 't Zin - gen voegt der jeugd! Krachtig moog ze ontspringen, De - ze bron van vreugd! Zingt niet elk zijn wij-ze In 't ge-ve-derd koor? Ook ons ju - blen rij-ze, Lieflijk voor 't ge - hoor! Ook ons ju - blen, ju-blen 2. Ja, het schoonst van al - len Klinkt des men-schen lied! 't Vo-gel-koor moog schallen, Doch beschaamt hem niet! Blij dan aan - ge - he-ven Op de le-vens - baan! Vreugde en moed zal 't geven, Bij het voorwaarts gaan! Vreugde en moed, ja moed zal't [pagina 4] [p. 4] 1. rij - ze, Lief - lijk voor 't ge - hoor! 2. ge - ven, Bij het voor-waarts gaan! Vorige Volgende