De zangvogeltjes. Deel 3
(ca. 1890)–Franz Abt– Auteursrecht onbekend
[pagina 42]
| |
tot aan morgenrood, Van noord tot zui-der
oord, Slaat de afscheidsstond, En ben 'k ge-
zond, Slaat de afscheidsstond, En ben 'k ge - zond, - Dan
trek ik vroo-lijk voort! Dan trek ik vroolijk, vroolijk
wij - de wereld in, Die vriendlijk lokt en
vleit: ‘Uw kluis ontvlucht In vrg - e
lucht, Uw kluis ontvlucht In vrij - e lucht, Waar
u Gods schepping beidt!’ Waar u Gods schoone schepping
| |
[pagina 43]
| |
voort! Dan trek ik vroo - lijk
voort! Dan trek ik voort, ja vroo - lijk voort!
beidt!’ Waar u Gods schep-ping
beidt! Waar u Gods schoo-ne schepping beidt!’
|
|