De zangvogeltjes. Deel 2(ca. 1890)–Franz Abt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende 16. Bij het opgaan der zon. Niet te snel. C.G. Gläzer. 1. De nacht verdwijnt, De dag verschijnt, De zon ver- rijst met luis-ter; Na kor - ten kamp Met ne-vel-damp Ver - wint - het licht het duis - ter. 2. De dauwdrop spat Op bloem en blad; Het vee is wel - te - vre-den. Het vo-glen-koor Gaat juichend voor, Zingt vroo - lijk zijn ge - be - den. 3. Van Oost en West Is't één or - kest, Één lof in dui-zend klanken, Één hoogtijdspsalm. Één of - fer - walm Om God ter eer te dan - ken. K.H. Osterlein(?) Vorige Volgende