De zangvogeltjes. Deel 2(ca. 1890)–Franz Abt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 4] [p. 4] 6. Lied der Trouw. Zeer gematigd. J. Gersbach. 1. Trouw! u wijd' ik mij - ne zau - gen! Vriendschap, gij zijt schatten waard! Wat kan ie-mand meer ver - langen? 't Vormt een he-mel op deez' aard. Wel hem, die zijn vreugd en smart Toevertrouwt aan 't vriendenhart. 2. Is geen voorspoed ons ge - ne - gen, Schenkt fortuin ous niet haar hand, Loopt ons al - les, al - les tegen: Trouwe vriendschap toch houdt stand. Wel hem, die zijn leed en smart Toevertrouwt aan 't vriendenhart. 3. Blijdschap kan het hart ver - rukken, Waar men die met vrienden deelt; Smart kan niet zoo ne - der - drukken, Waar de vriendschap wonden heelt. Wel hem, die zijn vreugd en smart Toevertrouwt aan 't vriendenhart. 4. Gunst, - als rook kan zij ver - dwijnen; Geld en rijk-dom niets be - klijft; Schoonheid - kan zoo ras ver - kwijnen, Trouwe vriendschap echter - blijft: Wat mij dan ook d' aar-de biedt, Ruil ik voor die vriendschap niet. 5. Zij schenkt moed en krachten tevens, Zij schenkt vreugde en rein ge - not; Vriendschap is het zout des levens, Trouwe vriendschap is uit God. Wat ik hier dan ooit ont- beer', Schenk mij wa - re vrienden Heer! Naar P. Fleming. Vorige Volgende