De zangvogeltjes. Deel 1(ca. 1890)–Franz Abt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende 13. Het Leven. Eenigszins levendig. J.A.P. Schultz 1. Pas - ge - bo - ren - raad-sel van een uur! Kind, door ou - der - trouw be-vei-ligd, Door den doop aan God ge- hei-ligd, Eng-len sta-ren, wa-ken op den duur. 2. Kna - pen - leef - tijd - len - te van hot jaar! Wer- ken, lee - ren, wijs-heid ga - ren, Voor de man - ne - lij - ke ja - ren; Tijd ge - woe-kerd: eens is d'oogst - tijd daar. 3. Jong-lings - ja - ren - spie-gel - glad - de baan! Zon- di - ge be - geer - lijk-he - den Zou - der bij-stand on - be- stre-den, Biddend wa-ken geeft de wa - pens aan. 4. Man - nen - leef - tijd - zon in hoog-sten stand! Rij- pen voor een be - ter le - ven, En in boos-heid kind ge- ble-ven, Christen - va-der, steun voor stad en land. 5. Grij - saards da - gen - aan het eind der baan! Moê ge-waakt en moê ge-strc-den, Veel ge - hoopt, ook veel ge- le - den, Ster-vend jui-chen: God heeft wel - ge - daan. w.w. Vorige Volgende