Van Sinterklaas en Pieterbaas(1926)–Simon Abramsz.– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] [pagina 23] [p. 23] Sinterklaas bij stouten Wim. Wijze: Io Vivat. Vertellend. Toen Sin - ter-klaas bij Wil - lem kwam, O wee, o wee, o wee!... Wat keek die jon - gen op zijn neus! Hij dacht iets moois te krij - gen, heusch! Die stou - te Wim, die lui - e Wim, Wat keek hij op zijn neus! 2. Wat kreeg hij dan van Sinterklaas? Een groote, groote roe! Iets anders kreeg de stouterd niet - O, o, wat had hij toen verdriet! Een groote roe, een groote roe - Iets anders kreeg hij niet! 3. Zijn vader zei: ‘Ja, jongenlief, Dat heb je juist verdiend! Had jij maar goed je best gedaan, Je zoudt nu niet verlegen staan! Een groote roe, een groote roe, Die heb je juist verdiend!’ Vorige Volgende