Van Sinterklaas en Pieterbaas(1926)–Simon Abramsz.– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] Zes december. Wijze: Onze poes zit voor het raam. Opgewekt. 1.[regelnummer] Ze-ven uur - mijn slaapje is uit; Vlug nu uit de vee - ren! Zes De - cem-ber dat - be-duidt: Spoedig in de klee - ren! Nu, of ik me reppen zal! Een, twee, drie - daar ben ik al! 'k Ben nieuwsgie - rig, wat van nacht Sin-ter-klaas-je heeft ge-bracht! 2. Goeien morgen, Pa en Moe! Ben 'k niet vroeg beneden? 'k Wou eens zien, wat Sinterklaas Voor me heeft gereden! O, een doos!.... Is die voor mij? En een pakje nog erbij? En mijn naam in chocola?.... Heerlijk!.... Hiep, hiep, hiep - hoera! 3. Kijk eens, kijk eens in die doos!.... Wat een aardig scheepje! En hier in dit pakje, ha.... Wat een prachtig zweepje! En dat allemaal voor mij? Paatje, Moetje, 'k ben zoo blij! Sinterklaas, 'k had niet gedacht, Dat u zóóveel hadt gebracht! [pagina 21] [p. 21] Vorige Volgende