Van Sinterklaas en Pieterbaas(1926)–Simon Abramsz.– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 6] [p. 6] [pagina 7] [p. 7] Op de hooge, hooge daken. Wijze: Zie de maan schijnt door de boomen. Niet te vlug. 1.[regelnummer] Op de hoo - ge, hoo - ge da - ken Rijdt de bis-schop met zijn knecht. Wil je we - ten, lie - ve kin-dren, Wat hij tot zijn knecht-je zegt? ‘Kijk eens e - ven, bes - te Piet, Of je ook stou - te kin-ders ziet! Kijk eens e - ven, bes - te Piet of je ook stou - te kin - ders ziet!’ 2. Pieter gluurt door elken schoorsteen En hij noemt den goeden Sint, Die geduldig zit te wachten, Ieder ongehoorzaam kind. Alles ziet die slimme Piet - } tweemaal. Zich vergissen kan hij niet. } 3. Sinterklaasje schrijft verdrietig Al die namen in zijn boek En hij zegt: ‘Die kindren krijgen Ook geen lekkers en geen koek. Wil dat goed onthouden, Piet, } tweemaal. Want ze doen me maar verdriet. } Vorige Volgende