en de feestvreugde kwam in vollen gang.
Daar werden opeens de deuren opengegooid, en een flinke, heldere stem riep luid:
‘Goeien avond samen! Mag ik ook meedoen?’
Een oorverdoovend gejuich en hoera-geroep volgde op deze woorden... en een oogenblik later lag Wim Bergman in de armen zijner gelukkige ouders!
De jongen wilde iedereen wel om den hals vallen van louter blijdschap!
Maar de ontmoeting met Daan was treffend!
Telkens en telkens weer schudde Willem hem de hand, noemde hem zijn dapperen redder, en bleef den heelen avond in zijn nabijheid.
Willems plotselinge verschijning op het feest verhoogde de vreugde aanmerkelijk, en het leek wel, of er heelemaal geen bruidspaar meer was, of het een feest was, ter eere van Daan Timmers, zoo verdrong men zich, om hem nogmaals de hand te drukken en geluk te wenschen!
Het feest duurde tot laat in den nacht voort en telkens, wanneer de vroolijke gasten een hoera-tje deden opgaan voor het Bruidspaar, dan lieten ze er, alsof dit vanzelf sprak, op volgen: ‘Leve Daan!’ Ze pakten hem beet, zetten hem op hunne schouders en droegen hem in triomf de zaal rond, onder