Voorwoord van den schrijver.
AAN DEN LEZER!
Wie ‘Het Jongenskamp’ gelezen heeft, weet hoe ik daarin vertelde van een grooten troep jongens, die de zomervacantie doorbrachten in de vrije natuur, geheel aan zichzelve overgelaten. In de Fietsclub ‘Alle Vijf’, liet ik vijf jongens een tocht per rijwiel door ons land maken, terwijl ze tenten en kookgerei meevoerden.
‘De Waterratten’ nu is de naam van een club jongens, die zich, als echte Geuzen, op 't water thuis voelen. Zij zijn eerste roeiers, zeilers, zwemmers, zij maken tochten per motorboot, zeilen op de Noordzee en maken ook een Waterkamp mede. Dit laatste is weer iets geheel nieuws en ik maak van deze gelegenheid gebruik om hier openlijk mijn dank te brengen aan den Heer P. TJEBBES, den directeur van de Zeevaartschool te Amsterdam, voor zijn uitgebreide inlichtingen, mij in velerlei vorm verstrekt.
Ik koos het Waterkamp, dat de heer TJEBBES met een groep jongelui in den zomer van 1915 betrok tot voorbeeld voor het tweede gedeelte van dit verhaal en hoop, dat dit boek onder onze jongens het beoefenen van de Watersport zal aanmoedigen en bevorderen.
Vreeland, September 1915.
CHR. VAN ABKOUDE.