Zij had na het verdwijnen harer kinderen het raam van de slaapkamer open gevonden. Elken avond voor het naar bed gaan, opende zij weer datzelfde raam, in de hoop, dat haar kinderen 's nachts weer zouden terugkeeren.
En dan keek zij elken morgen, of haar lievelingen nog niet waren teruggekomen.
Maar op zekeren morgen weer de slaapkamer binnentredende, hoorde zij stemmen, en... daar vlogen haar opeens Paul, Jan en Annie tegemoet!
De gelukkige moeder drukte de kinderen aan haar hart, vader kwam erbij en danste met hen door de kamer. Het hondehok ging weer naar den tuin en Nero betrok zijn oude woning weer.
Peter Pan keerde geheel alleen naar Droomland terug. Nu had hij geen speelkameraadjes meer en het kon nog wel jaren duren, voor het eerste Verloren Kind weer naar Droomland kwam.
Het arme Zilverklokje lag dood op een bank.
Maar Peter Pan klom in het huisje van Annie, dat de kinderen in de boomen gebouwd hadden, en daar riep hij: ‘Lieve vrienden! Mijn Zilverklokje is gestorven. Als gij allemaal wilt, dat ze weer levend wordt, klapt dan allen tegelijk in de handen!’
Toen klonk over heel de wereld het geklap van duizende en duizende kleine handjes.
Op datzelfde oogenblik ontwaakte Zilverklokje.
Nu wonen zij samen in Droomland, Peter Pan