onder zijn bescherming genomen had. Beiden alleen op de wereld, zonder broodwinning, hadden ze elkander eeuwige trouw gezworen, en besloten, voortaan samen de fortuin te beproeven.
Wat was er in dien tijd gebeurd?
Huibert Tjerkstra, die op méér dan één manier getracht had aan den kost te komen, had ten slotte bittere armoe geleden, en de kleine Victor, zooals zijn vondeling heette, moest wel in dat rampzalig lot deelen.
Maar toen het op het laatst te erg werd en Huibert zelfs het geringste niet meer betalen kon, riep hij de hulp in van zijn buurman, den speelgoedfabrikant. Zij bespraken samen Huiberts idee, om met een poppentheater aan den kost te komen, en het gevolg was, dat de buurman voor den armen, verlaten Huibert een kast timmerde, zóó hecht en sterk, dat ze regen en wind trotseeren kon. De poppen, wel vijftien, maakte hij er voor Tjerkstra bij en eindelijk was deze, in gezelschap van Victor en diens hondje Ami, met de poppenkast op marsch gegaan. Onder duizend dankbetuigingen had het afscheid tusschen Huibert en den speelgoedkoopman