gesnor der motoren aangroeide en ten slotte als een storm over de stad ging, toen steeg er uit duizenden kelen een gejuich op, dat met het gedonder der motoren wedijverde.
Driemalen cirkelde de monsterplane over de stad en streek dan, statig en kalm, op het vliegterrein neer.
De politie trachtte de menigte terug te houden, maar bezweek ten slotte voor dien taak, die hen te machtig was. Drommen verbraken het politie-cordon en renden naar voren om Fred en Bram en den heer en mevrouw Bakker de handen te drukken. Zij werden op de schouders van de menigte geheschen en in triomf het veld rondgedragen. De arme burgemeester en zijn receptie-comité moesten wachten, tot de dolzinnige menigte wat tot kalmte gekomen was. Met behulp van de politie werd ten slotte de orde weer wat hersteld en nu konden de welkomst-speeches worden afgestoken.
Bloemen werden aangedragen en daarop werden Fred en Bram in een groote auto geplaatst. Vader en moeder Bakker met Mr. Spears in een tweede en daarachter kwamen de auto's van den burgemeester en andere waardigheids-bekleeders. Een muziekcorps ging voorop en de parade trok door de straten van Rotterdam, dat nog nooit zulk een geestdriftig schouwspel had meegemaakt!
De ‘Vliegende Hollander’ werd aan het publiek ter bezichtiging gesteld en de couranten wijdden er lange kolommen aan, luid den lof verkondigend van de beide, talentvolle stadgenooten.