Vooraf
Deze aflevering van De Engelbewaarder wil een beeld geven van het werk en het leven van Jan Arends (1925-1974), een schrijver die met niemand in de Nederlandse literatuur is te vergelijken. Zijn solitaire gang door het leven maakt het onmogelijk een biografie van hem te schrijven. Ofschoon er veel over Jan Arends is gepubliceerd, is er weinig over hem bekend. Dit mag blijken uit het feit dat zelfs eenvoudige burgerlijke-standgegevens over hem tot nu toe nooit zijn vermeld:
Johannes Cornelis Arends werd op 13 februari 1925 te 's-Gravenhage geboren als onwettig kind van Gerardina Elizabeth Arends, die in 1927 in het huwelijk trad met Frans Barend Arensen. Uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren: Johanna Gerardina (Annie) en Rudolf Franciscus (Rudie). Toen Jan dertien jaar was viel het gezin uit elkaar, doordat zijn moeder, die aan een ernstige vorm van reuma leed, niet langer in staat was de kinderen te verzorgen. Annie en Rudie verhuisden naar pleeggezinnen, Jan werd naar het katholieke jongensinternaat De kruisvaarders van St. Jan te Rijswijk gestuurd. Hij bleef er tot zijn achttiende jaar, waarna zijn niet te reconstrueren grillige, eenzame tocht door de wereld begon. Jan Arends zwierf van adres naar adres in binnen- en buitenland, oefende een groot aantal beroepen uit, met als meest kenmerkende huisknecht en copywriter, en verbleef een aantal jaren in psychiatrische inrichtingen.
Veel van de verhalen van Jan Arends houden rechtstreeks verband met de wereld van de psychiatrie, zowel wat betreft de totstandkoming als de inhoud. Het verhaal Vrijgezel op kamers schreef hij in 1953, toen hij in de Jelgersma-kliniek in Oegstgeest verbleef. ‘Ik schreef het toen om de psychiater duidelijk te maken, hoe het met mij gesteld was. Maar het werd niet serieus genomen. De psychiater zou zèlf wel uitmaken, wat de beste therapie voor mij was.’ (Nieuwe Revu, 5-11 mei 1973). Arends' bekendste verhaal, Keefman, werd geschreven in het Willem Arntsz Huis te Utrecht en voor het eerst gepubliceerd in het personeelsblad van deze inrichting.
Op maandag 21 januari 1974, de dag dat zijn bundel Lunchpauze-gedichten verscheen, maakte Jan Arends een eind aan zijn leven. Die middag om twee uur haalde hij een aantal exemplaren af bij zijn 4 uitgever De Bezige Bij en deelde twee uur later telefonisch mee dat hij ingenomen was met de uitgave. Om acht 's avonds sprong Jan Arends uit het raam van zijn appartement aan het Roelof Hartplein te Amsterdam.
Dit nummer is opgebouwd uit vier afdelingen. In de eerste afdeling wordt het spoor gevolgd van Jan Arends' activiteiten op het terrein