bewegen bevend als bloedrode vlammen. Het is... het is alsof zij heenmarcheren naar de kindermoord van Bethlehem. Maar neen, zij halen een kardinaal af van de sacristie. Hij treedt reeds eigener beweging naar buiten, gemoedelijk als hij is, het is de Amerikaan onder de kardinalen. Het is Spellman. Twee secretarissen flankeren hem, groot en gespierd. Lijfwachten in super-pluie.
De hellebaarden kletteren neer op het marmeren plaveisel, de gepantserde Zwitsers verstrammen, draaien een kwartslag om en met Spellman in hun midden marcheren zij naar het hart van de basiliek, reusachtige rechtoplopende mieren, perfect maar mechanisch bewegend in hun lichtschitterende pantserstukken.
Op zulk een moment dringt het tot u door hoe universeel de kerk van Rome wel is.
Maar reeds dwaalt uw blik naar elders, zoekend tussen purper-glanzende wambuizen, witte Spaanse kragen, fluweel-donkere baretten, roodgepluimde helmen, hermelijnen schoudermantels - kortom, doorheen een klederengewemel dat is van alle tijden uit de kerkgeschiedenis - naar die ene figuur voor wie gij gekomen zijt.
En dan ontwaart gij hem, liggende zo maar op een baar, op de vloer van de basiliek: Eugenio Pacelli, moe geworden van het gedrang der ontelbaren, onvermoeibaar in het leven, maar vermoeid in de dood. Als versteend ligt hij daar in pauselijk gewaad, met de witte mijter op het hoofd, het voor kort nog zo levendige gelaat er onder, oud en uitgeput, de ogen donkere strepen, de mond strak en streng en zwart en als gekloven door een sabelhouw, de witte adelaarsneus uitgedund tot op het been.
Hij lijkt verschrompeld in het vuur van het ceremonieel.
Ingeklemd ligt hij tussen een haag van lakrode uniformen, waaronder witte broeken, zwartglanzende laarzen - een haag van Hectorachtige helmboswuivende edelgardeofficieren.
En weer gaat het oog dwalen. En dan ontdekt ge iets, waarvan ge onwillekeurig verstijft. Het is de stellage, opgericht vlak voor het altaar, uit vers blank hout, een stellage die er uitziet als een schavot, waarop een galg staat opgericht. En er is geen sterve-