Gedichten(1947)–Bertus Aafjes– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 149] [p. 149] Souvenir napolitain Bij de belegering van Napels Ik moet wel denken aan die gouden dagen Vol zephir, vol geluk en welbehagen - De stad lag hemels op dit ondermaansche. Wat was je lief, kleine Napolitaansche, Zoo kuisch en toch zoo zwanger van gemoed. En nu de baai vol modder, bloed en roet. Ik voel het dreunen tusschen je twee borsten: De appelen, waarnaar ik eertijds dorstte. Vorige Volgende