Gedichten(1947)–Bertus Aafjes– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 133] [p. 133] October October schenkt zijn beker vuur Aan de wegstervende natuur; De laatste appels vallen neer, Oproerig en berusten weer; De liefste wandelt nevens mij, Zij kon zoo haastig en zielsblij, Zoo dwaas en zonder overleg Met de god Eros overweg. Goedhartig glanst het loovergoud; Men wordt in maanden jaren oud, Men ziet elkander zwijgend aan: Eros, waar zijt gij heen gegaan? Haar wangen zijn zoo bijna rood; O hart, o leege hazelnoot, Weer leed een liefde averij En weer ging het geluk voorbij. Vorige Volgende