Gedichten(1947)–Bertus Aafjes– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 120] [p. 120] Twee zwanen Twee zwanen in den vijverpoel, Die drijven voort op mijn gevoel; Zij roeien langzaam door het web Van droomerijen die ik heb, En tasten met een ijl gebaar De fijne draden uit elkaar: Twee borsten die ik nimmer zag, Die breken helder voor den dag; Twee rozen hebben het gemunt Op wat mij rust noch duur vergunt. De luwte van een flauwen mond Zoekt aarzelende in het rond. De wereld wordt opzij gezet Achter de spijlen van een bed. Maar met een plotseling gebaar Suizen de zwanen uit elkaar. Ik zit zoo eenzaam en alleen Als door een mist van tranen heen. Vorige Volgende