Gedichten(1947)–Bertus Aafjes– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 81] [p. 81] Weinig weten wij Weinig weten wij Van het wezen der dingen. Is een vrouw niet een vrouw? Is zij wellicht nog meer? Rozen draagt zij, maar waar? Onder haar boezemkleed, zegt men. Maar ik zocht altijd vergeefs Naar het wezen er van. Bloeien doen zij, doch kort, In het holst van de nachten, Doch zij ontbladeren niet, Worden veeleer gewoon, Even gewoon als het hemd. Liefde begint bij het hemd. Bij het hemd vindt zij haar einde. Tusschen het een en het ander, Tusschen het hemd en het hemd, Ligt iets wat wij niet weten. Ik wil het liever niet weten: Tusschen het hemd en het hemd Is men tot domheid bestemd. Vorige Volgende