Gedichten(1947)–Bertus Aafjes– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] De laatste waarheid Ik heb op den dichter die in mij leeft Aanslagen beraamd en aanslagen gepleegd. Ik stak hem vaak woedend een prop in den mond. Maar hij? Hij zong het in verzen rond. Omdat hij - wàt ik ook doe - niet wijkt, Heb ik hem symbolisch de hand gereikt. Vraagt iemand waarom ik stomdronken ben? Om hèm te vergeten! Om hem, om hèm... Vorige Volgende