Gedichten(1947)–Bertus Aafjes– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] De kwade ruil Ik sneed mij zeven takken, Bundelde ze bijeen; Ik geeselde mijzelven Er sprongen lila elven Door de bloedplassen heen. Dezelfde zeven takken Sneed ik een ornament, Een gleuf om in te blazen, Nu speel ik alle dagen Dit folterinstrument. Het is altijd hetzelfde, Geeselen of fluitspelen, De roe, de zevenfluit, Het is altijd hetzelfde Wegstervende geluid. Vorige Volgende