Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 3
(1846)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Petrus Zaunslifer]Zaunslifer (Petrus) liet in 1522 te Amsterdam in 40 drukken een werk getiteld: Tafereel van overdeftige zinnebeelden, gemaelt naer de Deuchden, Ondeuchden, Gemoetsdriften der menschen, straffen Godts en zegeningen, waarvan D. van Hoogstraten zegt: Wie vroomheidt zoekt, koom zich in dezen hof vermeien,
Wiens paden hem in veiligheit geleien
Naer boven, daer de vreugt zich uitzet zonder perk.
Men kroon' met lof dit nutbaer werk
Ga naar voetnoot1.
| |
[pagina 408]
| |
Dit Tafereel nu is wel in prosa geschreven, maar met onderscheidene regels uit oude dichters doorspekt, van welke sommigen door den autheur overgezet zijn, terwijl hij bovendien, in den loop van het werk, zich als dichter doet kennen, wanneer hij op het zinnebeeld van de oorlogen, onder anderen, zegt: ‘Het zy my geoorlooft hier een schetze van de woede des oorlogs, en hunne droevige gevolgen, aan te teekenen, uit myn Gruwelzweep des Oorlogs, en het heil der vrede, dat ik eertyds zong op den vrede van Utrecht, des Jaers 1713. Nadat ik de nederlage hadde afgemaelt, ging ik dus voort:’ Ach wat een nederlaeg! wat viel niet door den degen!
Hoe blaekt het scheepsvuur! daer het ligchaam half gebraen,
Zist zielloos in de zee, of aen den dolk geregen,
Braekt straks de ziel, en kan het sterflot niet ontgaen.
Neptuin, geklonken op zijn kristallynen wagen,
Steekt 't hooft ten golve uit, en aerzelt door het bloet.
Dat 't zeeschuim purper verft door doodelyke slagen,
En met zyn Tritons duikt hij fluks weer in den vloet.
Hy volgt, ter doot bevreest, met zyne glaze wielen
De donders achter na, geklatert uit metael.
Zy rollen in het zout met meer dan duizent kielen,
Vol klingen van Vulkaen, gerukt uit Mavors zael.
Hoe snoof de rouw orkaen, vol bittre krijgsgevallen,
Den vyant toe, en trof, gelijk een blixemvlaeg!
Gantsch Vrankryk spreidt een floers op zijne trotze wallen,
En schreit en klaegt om 't leet der groote nederlaeg
Ga naar voetnoot1.
| |
[pagina 409]
| |
Dit dichtstuk zelve hebben wij niet kunnen magtig worden, maar in 's mans Tafereel kunnen de liefhebbers van dergelijke verzen nog meer brokstukken daaruit aantreffen. Zaunslifer was, toen hij zijne zinnebeelden in het licht zond, Bedienaer van het H. Evangelium te Vianen. |