Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 3
(1846)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 390]
| |
[Pieter Wittigs]Wittigs (Pieter), geboren te Rotterdam den 19 November 1772, werd in het Gereformeerd burgerweeshuis aldaar opgevoed, en oefende later het bedrijf van kamerbehanger uit. Hoe zeer zijn beroep, anderen ten voorbeelde, waarnemende, gaf hij ijverig gehoor aan zijne lust tot beoefening der wetenschappen en kunsten, en bespeelde niet ongelukkig de Nederduitsche lier. Meer dan 20 jaren was hij een ijverig lid van de Rotterdamsche Maatschappij: Verscheidenheid en Overeenstemming, die , daar hij als huisvader en staatsburger zich aller achting waardig gemaakt had, zijne nagedachtenis, na zijn afsterven, op den 21 September 1823, in eene plegtige vergadering herdacht, bij welke gelegenheid de Heer Gilles de Meijer eene Lijkrede hield Ga naar voetnoot1, uit welke men Wittigs nader kan leeren kennen, en waarachter nog eenige nagelaten gedichten van hem gevoegd zijn . Tot eene proeve van 's mans gemakkelijke en vloeijende dichttrant schrijven wij hier het stukje af getiteld: Het hoekje van den haard.
Aan het hoekje van den haard
Vindt, na al het angstig zwoegen,
't Minnend ouderhart genoegen,
Al zijn moeite en arbeid waard;
't Voelt zich jaren vreugds vervroegen
Aan het hoekje van den haard. -
Aan het hoekje van den haard
Wijken duizend bange zorgen,
De avond loont den droeven morgen,
Die een dag van onrust baart;
| |
[pagina 391]
| |
Smarte wordt in vreugd verborgen
Aan het hoekje van den haard. -
Aan het hoekje van den haard
Speelt de moeder met het wichtje,
Dat op 't vrolijk avondlichtje
Met twee loddrige oogjes staart;
Vader leest een kinderdichtje
Aan het hoekje van den haard. -
Aan het hoekje van den haard
Slijt men vrolijk de avond uren:
De een zit op zijn les te turen,
De andre teekent op zijn kaart;
Lieve Elize leert borduren,
Aan het hoekje van den haard. -
Aan het hoekje van den haard
Zit het kroost met luist'rende ooren,
Om uit 's vaders mond te hooren
Spreukjes, wijslijk opgegaard,
Spreukjes die de jeugd bekoren
Aan het hoekje van den haard. -
Veilig hoekje van den haard,
Waar geen oog ons komt bespieden,
Waar de zorgen 't hart ontvlieden,
Waar geen vrees de ziel vervaart;
Veilig, wat ook moog geschieden
Is ons 't hoekje van den haard. -
Vrolijk hoekje van den haard:
Hier, wat ook mag tegenloopen,
Mag men op de toekomst hopen,
Die 't verleden evenaart;
Zielrust voor geen goud te koopen,
Geeft het hoekje van den haard. -
| |
[pagina 392]
| |
Eigen hoekje van den haard,
Spaar ons uwe aanloklijkheden,
Stel 't wanhopig hart te vreden,
Houd het stoutst gemoed bedaard;
Blijf ons naar den vadren zeden
't Nuttig hoekje van den haard
Ga naar voetnoot1.
R.A. |