[J.J. Wapperom]
Wapperom (J.J.), in de laatste
helft der achttiende eeuw Notaris te 's Gravenhage, meende
dat hij ook wel verzen mogt zamenlijmen; doch daar hij geen Uitgever kon
vinden, gaf hij ze voor eigen rekening voor zijne vrienden uit. Wij bezitten
van hem
Zinnebeelden of beeldspraak in Naamdicht, die
van weinig smaak en vernuft blijken dragen, Men hoore slechts:
Verwijt.
Verwijt dat 's naasten val of toestand lang verholen
Eerbarmlijk ophaalt, als het slijk der moddermolen,
Ruststoorende invloed, die het beekje vuil beroerd,
Waarin een heldre stroom, de koele warmte voerd.
Y! wat baat al uw drift om 't misdrijf te verwijten,
T' is om een oude wond, boosaardig op te rijten.
R.A.