Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 3
(1846)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[J. Volhert]Volhert (J.) leefde in de eerste helft der zeventiende eeuw. Wij vinden onderscheidene stukjes van hem in de Amsteldamse vrolickheyt, gedrukt in 1649 en 1652 te Amsterdam, by Dirik Uittenbroek, eene verzameling uiterst zeldzaam en bij Witsen Geysbeek niet bekend. Van deze zijn er in latere bundels, gelijk het Utrechts zang-Prieeltjen, eenige overgenomen. Tot eene proeve schrijven wij af het laatste couplet | |
[pagina 312]
| |
van zijn: Afscheydt van hare Majesteyt van Groot Brittanje, Henriette Maria, vertrokken van Scheveningen. Vulkaen der Goden Wapen smit
(Door Cypres min beschoncken)
Poogd' d'Edle Venus van de Brit,
Star-oogend, na te lonken.
Jupijn die hier vermaeck in vond,
Spoog driemael Vuer en Donder,
Soo dook den Britsen Avond-Son,
Voor Argus oogen onder,
Terwijl Apollos glantzig hooft,
En 't eenig Werelts Oogh,
Van den Bataefschen Horizont
Na d' Antipoden toog
Ga naar voetnoot1.
Zijne zinspreuk was: Volhart in Liefde. R.A. |
|