Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 3
(1846)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Theodorus Velius]Velius (Theodorus), de schrijver van de Chronijk van Hoorn, alwaar hij in 1572 geboren was en in 1630 overleed, heeft in dat werk ook hier en daar Nederduitsche dichtregelen van zijne hand medegedeeld. Zoo vinden wij daarin, onder anderen, het volgende grafschrift op den dichter Cornelisz Taemsz. Gy die dit heen komt by geval te lyden,
Hout voor dees steen een weynig stillestants.
Dees boocht TAEMSON te dekken, HOORENS glans.
Der GRACEN min, den roem van ONSE TYDEN.
| |
[pagina 276]
| |
Die uyt PARNAS de wyse
PIERYDEN
Eerst heeft gebragt in HOLLAND aen den dans,
En haer soo DUYTS doen spreken, dat wij thans
Geen ander Tael en hebben te benyden.
Dit deed hy JONK. Wat waer hem niet gelukt,
Hadd' hem de DOOD soo haest niet weg gerukt,
En soo ons' hoop in zyn groent afgebeten?
De brakke ZEE heeft, lacy, toegestopt
Den mond, daer SUAAD' haer sok had ingedropt.
Dies schrey nu al, dat is van eenig weten
Ga naar voetnoot1.
|
|