Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 3
(1846)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 236]
| |
[Jan Tonnis]Tonnis (Jan), een Emder burger, gaf in 1639 te Groningen in druk: Josephs Droef en Blijeindspel niet min Stichtelick als Droef en Vermaeckelick om lezen: In III bijsondere spelen vervaetet. Dit boek mag wel onder de zonderlingste voortbrengselen van den Nederlandschen Parnas geteld worden. Wij kunnen dit uiterst zeldzaam voorkomende stuk niet beter doen kennen, dan door er eenige regelen uit af te schrijven, en wel het tooneel tusschen Benjamin, 5 jaren tellende, en Jacob.
Jac.
Daer komt mijn jongste kindt mijn
lieve Benjamij.
Die Rachel heeft gebaart, en d' barend' scheyd van
mij.
Hoo Benjamijn hoor hier, nu koom een weynig nader
Ik zal u zeggen iets,
Benj.
Wat belieft u mijn Vader?
Jac.
En groet ghij Vader niet? wel dat
is onbeleeft
Had ick 't u niet geleert?
Benj.
Jae Vader, 't mij vergheeft,
Goedendag Vader-lief.
Jac.
Wel so dat comt heel aerdich
En heb je al gebeedt?
Benj.
Neen.
Zoo beedt dan ras en vaerdich
Ga naar voetnoot1.
R.A. |
|