[Tjom]
Tjom leverde onder anderen, in
het jaar 1723, een gedicht op Hoorns Buiten-Singel, in digtmaat gebragt door
R. Westerop, dat niet veel meer dan
berijmd proza is. Men leze en oordeele:
wie eens Hoorens wandelwegen,
Met een opmerkend oog beschouwt
Roept weg! nu Haags en Haarlems Hout
Hoe pragtig, fray, of net geleegen:
Dees streeft het in vermaak voorby,
Ja zelfs het Tempe aan het Y.
Dit moet en Vreemd' en Burgerlien,
Die gints en weer gaan spelemeiën;
Langs 't lief'lyk groen en velt-livreiên,
Getuigen als zy die bezien,
En zullen door verwonderingen,
Verrukt hun lof in top op zingen.