Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 3
(1846)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Jan Suderman]Suderman (Jan), een Rotterdammer, vertaalde het bekende werk van Joh. Aef. Turretin, getiteld: Wolke van getuigen enz. Delft1724 40. Op dit werk vervaardigde hij een gedicht, waar van de slotegels zijn: Och gave Godt, dat alle Protestanten
Door deze wolk verlicht, als Kerkverwanten
Vereenden, en het onbekende aen Hem
Gelaten wierdt, die alles weet, wiens stem
Het duidlijk houdt aan zich en zal behouden,
In weerwil van die schrandren Schooltwist brouden.
| |
[pagina 212]
| |
Hij liet in onderscheidene werken zijne lier klinken. In een uitvoerig vers, ter uitvaart van den beroemden dichter Joan van Broekhuizen, laat hij zich, onder anderen dus hooren: De Zangnimf, die de kroon der negen Zust'ren spant,
Zit in haer ziel bedroeft, verslagen aen den kant
Der hoefbron, die vast zwelt door zilte tranen;
Zoo zwelt de Nijl, geperst door bulderende orkanen.
Terwijl hij 't schuimend nat van vader Nereus drinkt, enz
Ga naar voetnoot1.
Meer staaltjes van 's mans poezij zal men wel niet verlangen; anders zouden er nog kunnen aangevoerd worden, uit het lijkvers: Ter eeuwige gedachtenis van den Heer A. van der Werf, in J. van Gool, Nieuwe Schouwburg der Nederlandsche Schilders; of uit een paar dankvaersjes voor eene gouden medaille door den schoonzoon van Van der Werf, aan Suderman geschonken voor zijn lijkvers; of uit een stuk op de doot van J. Brandt (achter diens gedichten), of uit een lofvers op de Gedichten van Joost van Geel. Daarenboven gaf hij in het licht: De Godlievende Ziel van Herman Hugo en Otto van Veen, bestaande uit over de 100 zinnebeeldige platen; te Utrecht bij H. en J. Besseling 1749, in 80. S. en J.C.K. |
|