Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 3
(1846)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Mr. Joan Hugo van Strijen]Strijen (Mr. Joan Hugo van), Baljuw van Oudewater, Lid van het broederschap Pictura te 's Gravenhage, vervaardigde, bij gelegenheid van het honderdjarige feest of jubilé van dat genootschap, bijschriften voor de door Mattheus ter Westen geschilderde decoratiën. Ook dichtte hij een Vreugdezang op dit eeuwgetijde, die men vindt in Nederlandsche jaarboeken Nov. 1756. Hij maakte het volgende grafschrift op Francois van Hoogstraten, eerst Secretaris van IJselstein, later van Oudewater, waar hij ook Raad in de Vroedschap en Burgemeester is geweest, en den 25 Februarij 1760, in den ouderdom van ruim 70 jaren, overleed. Hier rust Hoogstraten, de eer en lust der
Zanggodinnen,
Die langs het glansrijk spoor van zijn beroemd geslacht,
De steilte had bereikt van Pindus groene tinnen
En zong op Flaccus trant, vol vier en zwier en kracht.
Zijn heugnis zal, vol druks, 't grijs Oudewater vieren,
Wiert ooit vernuft en deugd met dankbaarheid beloont.
Hier vlecht Apol geen' krans van heilige laurieren,
Hier leeft 's mans beeltenis met hemelsch licht gekroont
Ga naar voetnoot1.
Nog komen van hem stukken voor in de Lauwerbladen voor de zonen der vrijheid. S. |
|