Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 3
(1846)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 209]
| |
Mijn dierbre Vaderstad! vermaekelijk Nijmegen!
Als 't hoofd van Gelderland en Batoos stad begroet!
Gij vind uw' hartewensch op dezen tijd geboet!
Gij moogt gepaste vreugd met uwe burgren pleegen!
Uw orgel is voltooid, volmaakt in allen deel,
En prijkt, en praalt, en pronkt, als 't prachtigst kunstjuweel!
In 1805 moet nog van hem het licht gezien hebben: het Geluk. |
|