Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 3
(1846)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 204]
| |
gemelde genootschap van haar vinden, is niets meer dan berijmd prosa. Men hoore slechts de aanhef van de: Zielsterkende overdenkingen in 's levens wisselingen: Hoe broos, hoe kort van duur is 't wisselvallig leven
Helaas! wat is de mensch, wanneer Gods hand hem treft.
Straks moeten we op haar wenk den adem wedergeven,
En acht wat is' er die dees waarheid recht beseft
Ga naar voetnoot1. enz.
J.C.K. |
|