[Jan Willem van Steenbergen]
[Petronella Catharina van Steenbergen schreef een gedicht op de Zilveren Bruiloft van haar ouders, geviert den 24 September 1741. Bij deze gelegenheid dichtte ook haar broeder] Steenbergen (Jan Willem van), te
Dordrecht geboren 16 Junij 1708. Hij was Med. Doct. en
Anatomiae Lector benevens Lid van den Raad in zijne geboortestad en stierf 19
Maart 1772. Als Latijnsch dichter heeft hij zich, even als zijn vader
Hendrik van Steenbergen, bekend
gemaakt, door eenige verspreide gedichten, die niet zonder verdiensten zijn.
Zijn zilveren bruiloftsgedicht begint aldus:
Driewerf gelukkig hy, die met een reynen geest
Een ongeveynst gemoed zijn grooten schepper vreest
Steeds opvolgt zijn gebod en wandelt in zijn weegen
Dien valt het alles meé; des hemels milden zegen
Bestraalt hem rijkelijk; zijn land brengt ongestoort
Door eygen hand bebouwd, zijn voedsel dobbel voort;
Zijn dierbre echtgenoot zal als de wijnstok bloeijen
Die weelig langs het dak zijn loof spreyd onder 't groeijen
Zijn kindren zullen staan rondom der oudren disch,
Als planten des olijvs, die, eeuwigh groen en frisch