Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 3
(1846)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 129]
| |
‘was een wel geleerd man en zeer vermaard Comedieschrijver, en navolger vanTerentius, die de naam verdient en gekregen heeft van de Christen Terentius, want zijne Comedien, die hij geschreven heeft, zijn meest uit de Heilige schrift; ook heeft hij Kluchten en zotte kluiten op 't Toneel gebragt: en heeft ook in het licht gegeven verscheidene geleerde en beknopte Gedichten Ga naar voetnoot1.’ Het blijkt echter niet dat hij Nederduitsche gedichten heeft in het licht gegeven Ga naar voetnoot2. |