[P.J. Schagen]
Schagen (P.J.), vermoedelijk een
broeder van den voorgaande, schreef Alkmaarbeleg, het welk in het
zelfde werk voorkomt, doch van nog slechter alooi is. Men oordeele slechts:
Als Frederic zagh dat hem de Burghers t'zyner spyt,
De Stadt ontzeyden, Ja hem terten trots ten stryd,
Liet hy aen 't Zeglis twee Rinhuyzen vast bezetten,
Om d' uytvaart van de Stadt gheheel te ghaen beletten:
De Burghery dit siend' is uyt-ghetrocken rasch.
End' twee Rinmolens, met 't een huys verbrand tot asch,
Zy hebben oock ghedaen een uyt-val met haer Ruyters
Om weer te maken een wegh door haer Stad-besluyters,
Maer siet, den Spanjaard tracht haar weer te drijven in.
De Burghers vallen aen met sulcken kloecken sin,
Dat nu den Vyand vlied, dan keert hij 't voorhooft weder
End' jaeght de Burghers voor, die haest weer vellen neder