Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 3
(1846)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Abraham Rutgers]Rutgers (Abraham), een zoon van Paulus Rutgers, Predikant te Oude-Tonge, Goes, Leeuwarden en Utrecht, was geboren te Goes, den 4 September 1751. Hij volbragt zijne studiën te Utrecht, waar hij leerling was van Bonnet en Segaar, en was achtervolgens Predikant te Doorn, Oude-Tonge, Oostzaan, Amersfoort en Haarlem, ter welker laatstgemelde plaatse hij den 21 Mei 1809 overleed. Als dichter heeft hij zich doen kennen door zijne: Liederen voor den openbaren Godsdienst, welke hij in of omstreeks 1798 liet drukken. Ook gaf hij in de vertaling van Ulysses von Salis Beeldengalerij voor heimweekranken, te Haarlem bij J.L. Augustini gedrukt, de Nederduitsche overzetting van alle de daarin voorkomende Gedichten. Onderscheidene der Evangelische Gezangen, is men aan zijne hand, hetzij als maker, hetzij als vertaler, hetzij als omwerker verschuldigd Ga naar voetnoot1. Rutgers was buitengewoon bedreven in kerkelijke zaken, van eene zeldzame vlugheid en onvermoeide werkzaamheid. Behalve het hierboven vermelde, zijn er van zijne hand eenige losse leerredenen; ook had hij deel aan de uitgave der laatste deelen van Wiltens Kerkelijk Placaatboek, 40. B.N. |
|