Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 3
(1846)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Cornelia Pruimer]Pruimer (Cornelia) moet zeer ervaren in de zangkunst geweest zijn, daar A. Alewijn in een Jaargedigt, toen zij, den 28 Febr. 1696, vijftien jaren oud was, van haar zingt: Aardig Amstels Filomeeltje,
Dat met orgels van uw keeltje,
Een betoverent geluid
Trek de ziel ten ligchaam uit,
Dat ze op galmen schijnt te zweeven, enz.Ga naar voetnoot1
| |
[pagina 58]
| |
Hij maakte onderscheidene gedichten ter harer eere, die ons doen zien, dat zij meer dan zijne vriendin was, en uitmuntte, niet slechts in schoonheid, liefelijk zingen en de muzijk, maar ook nu en dan in het tokkelen der Nederduitsche lier, waarvan ons echter slechts een bewijs is voorgekomen, te vinden vóór Alewijns Harpgezangen en Zedegedichten, wiens dichtkunst zij niet weinig verheft: Ja de geleerde Baak, hoe eêl zijn dichtkunst zij,
Wijkt voor uw eed'le geest, die uitblinkt aan het IJ,
Vaart voort, vaart voort, met uw geleerde pen te speelen
In 's dichters tafereel, dat hart en ziel kan streelen:
Wij sieren met ontzag u met een lauwerkroon.
Die dubbeld waardig zijt des dichters Eereloon.
J.C.K. |
|