Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 3
(1846)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 50]
| |
[Lowijs Porquin]Porquin (Lowijs), die in het midden der zestiende eeuw schijnt geleefd te hebben, gaf in het licht: Den wtersten wille van L. Porquin, te Antwerpen bij Joachim Trognesius, 1603, in 40., waarvan echter nog eenen vroegeren druk moet hebben bestaan, en wel van 1588, blijkens de goedkeuring achter dit boekje geplaatst. Het bevat eene verzameling van voorschriften tot wellevendheid, tot onderwijs ende stigtinghe van sijne kinderen opgesteld; bevattende 3 à 400 coupletten, elk van 8 regels. Zie hier één. Ghelijck een mensch die sijnen vriendt verliest, is hij;
Die sijns naesten vriendschap heeft verloren;
En gelijck die eenen vogel van sijn handt laet vliegen vrij,
En dien niet weder vanghen en can, sulcks zijt ghij,
Die verlaeten hebt uwen vriendt wtvercoren:
Ghij en sult hem niet meer connen besporen,
Want hij is verre van v, dus en stelt daer nae geen wachte,
Te recht verliest men, dat men te voren niet en achtte
Ga naar voetnoot1.
Zulk een ellendig rijmelwerk werd in onze noordelijke provinciën nog wel in 1726, te Amsterdam herdrukt, bij d' Erven van G. de Groot. J.C.K. |
|