Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 3
(1846)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 46]
| |
indien men bedenkt dat deze op bestaande zangwijzen gemaakt zijn. Zoo zingt hij onder anderen: Op de oogjens van een jufvrouw. De blixem van uw oogen,
Als die mij maar omscheen,
Die hadden meer vermogen
Als Dido of Heleen.
Zag Paris hier
Het flonkrend vier
Ghij dwongt hem u te minne.
'k Wedd' hij verstiet
En haast verliet
Zijn Grieksche Koninginne.
en iets verder Uw oogjes zijn bij wijlen
Veel grooter in haar kracht
Als Cupido zijn pijlen,
Hoe groot hij is van macht.
Gij quetst en wond,
En maakt gezond
Veel meer als 't blinde wichtje
Uw oogjes zijn
Een zoet fenijn
Trots zijn geveerde schichtje.
R.A. |
|