Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 3
(1846)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[George Constantijn van Overvelt]Overvelt (George Constantijn van) maakte, als S.S. Minist. Cand. te Leiden, in 1751, een extemporé; op den dood van W.C.H. Friso. Wij staan inderdaad verwonderd hoe men zulke prullen, en dat nog wel over zulk een treffend onderwerp, heeft kunnen drukken: Lezer! hoor slechts den aanhef: ô God! wat bange Maer! wat hartzeer treft den Staet!
De Prins... ô wee! wiens hart moet, op 't gerucht,
niet beven?
De Prins... och! pas aen ons ten Heere en Vorst
gegeven,
De Vorst van Nederlandt begeeft alreê den Raedt
Ga naar voetnoot1:
Er komen ook stukken van hem voor in de Lauwerbladen voor de zonen der vrijheid die vanhetzelfde allooi zijn. J.C.K. |
|