Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 3
(1846)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Jacob van Oudenhoven]Oudenhoven (Jacob van), Predikant sedert 1626 te Aalburg-en-Heesbeen, en van 1631 teNieuw-Lekkerland, waar hij in 1665 emeritus werd, zoude, indien wij een Biographische woordenboek van Geschied- en Oudheidkundigen schreven, hier eene zeer ruime plaats moeten innemen Ga naar voetnoot3. Thans | |
[pagina 21]
| |
kunnen wij slechts melden, dat hij verzen schreef voor de werken zijner tijdgenooten. Zoo kennen wij van hem, Geluk op Reyse aen den Heer Dirk van Bleyswyck reysveerdig na buyten 's lands, na dat hy hadde uytgegeven sijn beschrijvinge van Delft, niet vrij van de toen in zwang zijnde woordspelingen: Wat kent hy, die in all' wat kenlick is, gaet delven
Soo langh hy niet en kent dat nodich; kent u selven?
Wat baet haer buyten 's Landts, haer reysen buyten 's huys
Soo lang s' haer selven vreemt, en vreemdeling zijt t' huys?
Dat zijt ghy Bleyswijck niet; ghy hebt wel diep
gedelft
In eygen gronds doorsoeck; getuyg' u Boek van Delft:
Ja reys dan Oost en West, en wordt t' huys allerwegen
Die 't soo wel sijt bij huys; daer toe geef Godt sijn segen
Ga naar voetnoot1.
J.C.K. |