Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 2
(1845)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Matheus van Nispen]Nispen (Matheus van), die in de zeventiende eeuw leefde, was geadmitteerd Landmeeter, onderwijzer in de Landmeetkunst en Boekverkooper, bij de Nieuwebrug, in het huis genaamd de Zonnewijzer te Dordrecht. Hij beoefende ook nu en dan de dichtkunst. Vóór zijne Beknopte Land-Meet-konst vinden wij het volgende: Tot lof van de Meet-konst. Hoe heeft dien grooten Archimeed,
Tot onzen dienst zijn tijdt besteed,
Hoe heeft Pyhagoras, beneven
Den wijsen Euclid', in sijn leven
Geyvert: om deês Wijse-konst
Den Nazaet (uyt een pure gonst)
Klaer en volkomen naer te laten,
Tot voordeel aller Werelts-staten.
Want al de Regels die by haer
Gesmeed zijn, gaen soo wis en waer,
Dat al de werelt schoon s' on-eens is
Nochtans in dese konste eens is.
Want hier door d' Hemel-meter kan
Een Grond-vest vinden, die hem van
Des Hemels-loop geeft wisse leere,
Om sien wat dat zich rust of keere.
Oock kan hier door, een Veldt of Landt,
Revier, of Meyr, oock Zéé;, en Strandt,
Na rechte waerheyd uyt-gebeelt zijn,
En oock haer grootheyt med' gedeelt zijn.
| |
[pagina 462]
| |
Een Bouw-Heer vint hier ruyme stof,
Om deftigh eenigh Huys of Hof,
Meet en Bouw-konstigh te verçieren,
In 't kort geseyt, deês gulde swieren
Zijn al de wereldt wonder nut,
En sonder haer, hoe vondt men stut
Om werelt wijsheydt te bekomen?
Och of dit recht wierd waar-genomen!
Hij vervaardigde ook een gedicht op het Astronomisch quaedrant van den vermaerden Hemelmeter Philips LansbergenGa naar voetnoot1. |
|