Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 2

[P. Nad]

Nad (P.) leverde in de Zeeuwsche Nachtegaal een liedeken van Cnemon en Numa of soete lagh over de huydendaegsche weerhaen. Over zijn dichtvermogen kan men oordeelen uit den aanhef.

Cnemon was seer hoog verheven

Uyt een slecht en laag geslacht,

Van te voren heel veracht:

't Priester-ampt was hem gegeven:

Dies hy als een halve Sant

Wiert geëert door heel het Landt.

[p. 438]

 

Maer nu onlangs sijnd' geseten

 

Bij de wijn, en aen den Dis

 

Daer men wat vryborstig is,

 

Soo en hadd' hy niet vergeten

 

Zijnen ouden geylen clap:

 

Maer veel eer zijn Priesterschap enz.¹.

1 Zeeuwsche Nachtegaal, bl. 44.