Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 2
(1845)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Willem Mylius]Mylius (Willem), Geneesheer te Leyden, heeft in 1702 aldaar in 40 doen drukken de Veldgezangen van Thyrsis, gesierd met toegepaste Zinneminnebeelden, door W.M. Het geheel bestaat uit 20 zinneminnebeelden en 20 gezangen er tegen over. Wij schrijven hier een gedeelte van den tweeden zang af. Nu had zig Thyrsis, met zijn Vee, te veld begeven,
Zijn Schaapjes weêr, met die van Kloris, voortgedreven,
Dien Dag in 't lomm'rig Bosch den tijd, die hem te lang
Zou vallen, aanbesteed in spelen, en gezang,
Daar Kloris op belust hem duizend' minnelonken
Had toegeworpen. Nu begon zijn Hert te ontvonken;
Zó dat hy, nemende zijn afscheid, met een Kus,
Ontroerd naar Huiz vertrok, en peinzde, en wroegde aldus.
Hoe, Thyrsis! hoe! wat Koortz onthutst uw brein van binnen!
Wat Angst beklemt uw hert! waar zwerven uwe ZinnenGa naar voetnoot2.
|
|