[Jacob Luyt]
Luyt (Jacob), Advocaat en Notaris te Middelburg, leverde, in de zeventiende eeuw, in den Zeeuwschen Nachtegaal een dichtstukje, van erotischen aard, wedijverende met Hoofts en Poots Minnedichten, dat, zonder de eerbaarheid te kwetsen, liefelijk daar henen vloeit. Het is een herdersdicht uit 20 coupletten bestaande, waarvan wij er hier een afschrijven:
Soet montie comt wat bij,
Ey! derff een soentien waghen
Diens zieltien sul dy flus
Onwetend van hem draghen.
Ook zijn er nog lofdichten vóór de werken zijner vrienden voorhanden, zoo als, voor de Proteus Zinne- of Minnebeelden van J. Cats, dat niet onverdienstelijk is en Op het ghenoeghelieke Haegsche Voorhout van Constantijn Huygens.
J.C.K.