Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 2
(1845)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Willem Imme]Imme (Willem) in het laatst der vorige en het begin dezer eeuw, R.K. Pastoor te Loosduinen en aldaar in een-en-zestig-jarigen ouderdom, in het jaar 1823, overleden, was een zeer verdienstelijk man, die zich door het schrijven van onderscheidene prozawerkjes als oorspronkelijk genie heeft doen kennenGa naar voetnoot1. Zoo ver wij weten, zien er geen andere dichtvruchten van hem het licht dan een paar stukjes in de Kleine Dichterlijke Handschriften, die zeer vloeijend gedicht zijn, zoo als blijken kan uit de volgende regels: De vriendschap acht op stam noch bloed,
Maar laat ter hulp zich vaardig vinden:
Het weldoen, uit een gul gemoed,
Is 't kenmerk van opregte vrinden.
Vervreemd van zelfbelang, en wars van vuigen nijd,
Is 't hoogst geluk mijns vriends het voorwerp van mijn vlijt.
| |
[pagina 284]
| |
Vernoegd en opgeruimd van geest,
Kan ons ons stil gezelschap streelen:
Elk dag is voor ons hart een feest,
Zoo wij dien slechts te zamen deelen:
Al is het, dat een storm van rampen op mij woed',
In de armen van mijn' vriend verkeert het zuur in zoetGa naar voetnoot1.
|