Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 2
(1845)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 242]
| |
in dichtmaat was van het, eenige jaren vroeger verschenen zedekundig geschrift van denzelfden titel. Men oordeele uit de volgende regels, hoe hij zich van die taak gekweten heeft: Wie is zy die het hart van haaren man kan winnen?
Zy wandelt ginter, door bevalligheid verzelt;
Eenvoudigheid en deugd bestieren haare zinnen,
Haar hand zoekt beezigheid, daar zy vermaak in stelt.
Zy mind de maatigheid, ze is net in haare kleeden,
De glans van haare deugd word nimmer uitgedooft,
Zagtmoedigheid en trouw bevalligheid van zeeden
Versieren als een kroon steeds haar beminlyk hooft.
Haar lippen druipen van des hoonigs zoetigheeden,
Haar tong is lieffelyk, zy oefent het gedult,
Zy is betaammelyk, in alle haare reeden,
Terwyl de vriendlykheid steeds haar gesprek vervult.
|
|