Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. Deel 2
(1845)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 237]
| |
Boven Pekel-A, te Groningen bij idem 1726. De man schijnt zich op treurdichten te hebben toegelegd, althans hij vervaardigde er nog een: Ter gedachtenisse van de Godzalige nu zalige Mej. Hebbelina Maria Wolbers, huisvrouw van A. Buning, gestorven den 3 Julij 1733, te Groningen bij Hajo Spandaw. Om het curieuse moeten wij daaruit iets afschrijven: Stoft Groningen op 't Puik der Maagden.
. . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . .
d' Een heeft wat zoet, maar ook wat bitter,
d' Een is wat zwart, en dan wat witter.
Uit goet en quaat te zaam gepakt.
Dan eens Nahomi, dan een Mâra,
Dan eens een Michal, dan een Sara,
Bijkans als Jacobs veê gevlakt.
J.C.K. |
|