[Hendrik Heydendal]
Heydendal (Hendrik) wordt door Jan van der Veen, in de voorrede van zijne Over-Zeesche Zege- en Bruilofts zangen (te Amsterdam bij F. Pels 1642, in langwerpig 160), een Rym-liever genoemd. Vóór Van der Veen's Adams appel gaf hij een rijmpje getiteld: Aen den IJssel, over de gedichten van J. Revius, waarvan den aanhef luidt:
Den Rijn heeft zijnen Heyns, den Amstel heeft zijn Hooft,
De Maas heeft zijnen Cats, elck een der waterstromen
Heeft jemant die hem viert; u beurt is mee gecomen
O claren IJsselgodt, want Reves die verdooft
Als hij zijn snaren roert, het quelen der Sirenen,
Den Roomschen Lierman; enz.
J.C.K.